Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Verlegenheid komt bij jonge kinderen veel voor en deze verlegenheid kan belangrijke gevolgen hebben voor hun sociale leven. Het is daarom belangrijk om te begrijpen hóe verlegenheid ontstaat en welke sociale functies het precies dient. Tijdens Project Shyness voeren we verschillende onderzoeken uit om de ontwikkeling van verlegenheid vanaf de geboorte tot kindertijd in kaart te brengen, om erachter te komen welke rol ouders spelen in de ontwikkeling van de verlegenheid van hun kinderen en om de sociale voordelen en nadelen van verlegenheid in de kindertijd beter te begrijpen. Project Shyness wordt uitgevoerd door het Research Institute of Child Development and Education aan de Universiteit van Amsterdam en wordt gefinancierd door de Talent VENI-beurs van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

In onze onderzoeken doen we onderzoek met baby’s en kinderen van verschillende leeftijden. Daarom vinden sommige onderzoeken plaats in het Family lab aan de Universiteit van Amsterdam en vinden andere onderzoeken buiten het Family lab plaats (bijvoorbeeld in het NEMO Science Museum in Amsterdam).

We omschrijven verlegenheid als een zelfbewuste emotie die iedereen van tijd tot tijd kan ervaren wanneer hij/zij wordt blootgesteld aan de aandacht van andere mensen. Het weerspiegelt het gevoel van aan de ene kant sociaal geïnteresseerd te zijn maar het aan de andere kant ook spannend vinden om sociaal contact aan te gaan. Verlegenheid is meestal te herkennen aan een terughoudende glimlach – snel/kortdurend weg kijken tijdens het vertonen van een glimlach – en het snel verschijnen en weer verdwijnen van een blos op de wangen. Wanneer verlegenheid echter ontregeld is, wordt het gekenmerkt door meer negatieve kenmerken, bijv. langer wegkijken en langduriger blozen.

Typische uitingen van verlegenheid bij kinderen, zoals een terughoudende glimlach en een snel verschijnende en weer verdwijnende blos, communiceren aan anderen dat het kind om sociale normen en regels geeft en dat het kind de mening van anderen om zich heen belangrijk vindt. Deze terughoudende glimlach zorgt ervoor dat andere mensen verlegen kinderen positiever beoordelen en motiveren tegelijkertijd het kind om zich sociaal te gedragen. We denken dus dat het vertonen van verlegenheid in de vorm van een terughoudende glimlach en een snel verschijnende en weer verdwijnende blos adaptief is en een gezond sociaal functioneren van kinderen bevordert.

Sommige kinderen vertonen echter ontregelde verlegenheid en sommige kinderen vertonen geen tekenen van verlegenheid wanneer ze worden blootgesteld aan de aandacht van anderen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij optredens voor anderen of bij het ontmoeten van nieuwe mensen. We noemen dit atypische verlegenheid. Ontregelde en afwezige verlegenheid maakt het voor kinderen lastiger om succesvol met anderen om te gaan en kan verband houden met de ontwikkeling van psychopathologie.