Remmert Daas werkt sinds september 2013 bij de Universiteit van Amsterdam. In 2008 studeerde hij af als docent Engels 2e graad. Vervolgens werkte hij drie jaar als docent Engels in het middelbaar beroepsonderwijs. In 2013 behaalde hij zijn Master Onderwijskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn masterthesis onderzocht (effecten van) beleid op burgerschapsonderwijs in Nederland, Engeland en Zweden.
Op 3 april 2019 verdedigde Remmert zijn proefschrift getiteld 'Assessment of Citizenship Competences'. In zijn promotieonderzoek ontwikkelde hij een nieuwe aanpak om burgerschapscompetenties van leerlingen te beoordelen. Het ontwikkelde instrument is op basis van gesprekken met docenten verder aangepast. Het instrument is vervolgens afgenomen onder circa 600 leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs, en studenten in het mbo. Zijn proefschrift is openbaar toegankelijk en het beoordelingsinstrument is vrij beschikbaar voor docenten en scholen. Dit instrument bestaat uit rubrics waarin niveaus van burgerschapskennis, -houding en -vaardigheden beschreven worden.
Sinds 2021 is Remmert aangesteld als universitair docent bij de afdeling Pedagogische- en Onderwijswetenschappen. Hij is betrokken bij verschillende onderzoeken naar burgerschapscompetenties van leerlingen in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Per september 2019 is Remmert de nationaal coördinator voor de Nederlandse deelname aan de International Civic and Citizenship Education Study (ICCS). Informatie daarover vindt u op www.iccsnederland.nl. Daarnaast begeleidt hij stages en scripties, en verzorgt hij verschillende vakken - in het bijzonder over onderwijsbeleid en burgerschapsonderwijs - aan de bachelor en master onderwijswetenschappen.
Voor mijn promotieonderzoek onderzocht ik verschillende manieren om burgerschapscompetenties te meten. Als onderdeel daarvan ontwikkelde ik een set rubrics voor het beoordelen van burgerschapscompetenties van leerlingen.
Het gaat om drie rubrics: over democratisch handelen, maatschappelijk verantwoord handelen en omgaan met verschillen. Elk van de rubric bestaat uit drie onderdelen - kennis, houding en vaardigheid - die omschreven worden op vier niveaus. Zo ontstaat een tabel met 12 cellen, waarin elke cel beoogt te beschrijven hoe het beheersingsniveau van de leerling of student in de praktijk zichtbaar zou kunnen zijn.
Tijdens mij promotieonderzoek heb ik deze rubrics met verschillende groepen leerlingen en studenten in het vo en mbo besproken. Daaruit kwam naar voren dat met name leerlingen in de onderbouw van het vo het erg lastig vonden om op deze manier over hun eigen competenties na te denken. Leerlingen in bovenbouw vo en studenten in het mbo lukte dat beter, al bleef het ook voor hen vaak een lastige opdracht. In mijn proefschrift ga ik onder andere in op het gebruik van rubrics en mogelijke voor- en nadelen.
Voor docenten en anderen in de school die met de rubrics willen werken, is mijn advies kort samengevat dat de rubrics met name interessante aanknopingspunten bieden om inzicht te krijgen in de houdingen van leerlingen. Het werken aan rubrics is nooit 'af', maar hieronder vindt u de laatste versie van de rubrics. Ik moedig docenten en scholen van harte aan om hier gebruik van te maken op een manier die zij nuttig vinden. Mocht dat leiden tot interessante toepassingen of aanknopingspunten voor (wetenschappelijk) onderzoek, hoor ik daar graag meer over.