Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Deze onderzoeksgroep onderzoekt de impact van onderwijsbeleid, (school)organisatie en leeromgevingen op de kwaliteit van onderwijs en leerprocessen. Onderzoek vindt plaats in diverse contexten, zowel binnen als buiten scholen. De belangrijkste onderzoeksthema's zijn gelijke kansen in het onderwijs, burgerschapseducatie en leven lang ontwikkelen.

Binnen deze gebieden hebben onderzoeksprojecten betrekking op onderwerpen als schoolsegregatie, diversiteit, zelfregulatie en motivatie, werkplekleren en onderwijsinnovatie. Voorbeelden van onderzoeksvragen zijn: ‘Hoe kunnen leraren de betrokkenheid en motivatie van leerlingen vergroten?’, ‘Hoe kunnen scholen de samenwerking versterken met ouders van risicoleerlingen?’, ’Hoe geven schoolleiders vorm aan onderwijsinnovatie in de school? ‘Hoe kunnen bedrijven voor hun professionals aantrekkelijke leeromgevingen creëren?’

Het onderzoek van de onderzoeksgroep Onderwijswetenschappen omvat vaak een interventie, of ontwerpcomponent. Het wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met partners in de praktijk (bijv. leraren, schoolleiders, schoolbesturen, bedrijven) en heeft tot doel bruggen te slaan tussen onderwijstheorie en praktijk. 

Prof. dr. L.J.F. (Frank) Cornelissen

Programmagroepleider Onderwijswetenschappen

Onderzoeksprojecten
  • Online en blended onderwijs tijdens COVID-19

    De verwachting was al dat online onderwijsvormen steeds belangrijker zouden worden en COVID-19 heeft dit proces alleen maar versneld. Nederland moest begin 2020 noodgedwongen op stel en sprong overschakelen naar online onderwijs. Vanuit onderwijswetenschappelijk perspectief biedt dit natuurlijke experiment een uitgelegen kans om te onderzoeken welke online les- en leerstrategieën mogelijk effectief zijn, en welke niet. Binnen deze projectgroep doen wij onderzoek naar online onderwijsvormen. Het primaire doel is meer te weten te komen over welke (online) strategieën effectief zijn, voor welk (leer)doel en voor welke doelgroep. 

    Relevantie

    Er is momenteel nog te weinig bekend van online didactiek om te kunnen voldoen aan de hoge verwachtingen die voorstanders van online onderwijs voorstaan, zoals hoge prestaties, gemotiveerde studenten en veel flexibiliteit voor zowel docenten als studenten. Om te leren van de talrijke initiatieven die de afgelopen periode binnen (en buiten) de UvA ontstaan zijn, heeft het College van Bestuur ons als projectgroep gevraagd onderzoek te doen naar de ervaringen van de docenten en studenten. Welke aanpak hebben zij gekozen, hoe beviel deze aanpak, wat werkte, wat kon beter, welke elementen moeten we meenemen naar de toekomst en welke juist niet? Dit zijn het soort vragen die ons meer inzicht zullen verschaffen in wat ‘werkt’ in een online onderwijsomgeving. Dergelijke inzichten leveren een belangrijke bijdrage aan de verdere vorming en verbetering van de digitaliseringsvisie van de UvA.

    Methoden

    Tijdens dit eenjarige onderzoek voeren wij vier studies uit:

    1. Een literatuurstudie naar de factoren die bijdragen aan effectief online en blended onderwijs. De resultaten zijn hier te vinden
    2. Een vragenlijstonderzoek onder UvA-docenten waarin gevraagd wordt welke pedagogische strategieën ze gebruikt hebben om hun online lessen op te zetten en  met welk(e) doel(en)? De dataverzameling is reeds afgerond en we zijn nu bezig met de analyse van de data
    3. Een focusgroeponderzoek waarin de bevindingen uit de vragenlijst verdiept worden. Per faculteit zullen (online) focusgroepen met docenten en focusgroepen met studenten worden gehouden. De focusgroepen vinden momenteel plaats
    4. Een casestudie waarin wij aan de hand van interviews ‘best practices’ ophalen bij een aantal belangrijke stakeholders binnen de UvA, zoals onderwijsdirecteuren, examencommissieleden, leden van de (facultaire) TLC’s en docenten. Welke aanpak hebben zij gekozen, waarom werkte dit zo goed en bovenal: voor wie en met welk doel werkte deze aanpak? De casestudie staat gepland voor april/mei 2021.

    Periode

    Dit onderzoek is gestart in augustus 2020 en naar verwachting in mei 2021 afgerond zijn. Vervolgens loopt het project in de zomer nog door om (aanvullend) te publiceren.

    Financiering

    Het onderzoeksproject wordt gefinancierd door het College van Bestuur.

    Onderzoekers

    Dr. N.N. (Natalie) Pareja Roblin

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Programme group: Educational Sciences

    Projectleiders/adviseurs

    Prof. dr. M.L.L. (Monique) Volman

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Afdeling Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding

    Prof. dr. L.J.F. (Frank) Cornelissen

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Programme group: Educational Sciences

    Dr. M.J. (Mariska) Min-Leliveld

    Bestuur en Bestuursstaf

    College van Bestuur

  • Koersen op kansengelijkheid in het onderwijs – van collectief actieprobleem naar collectief actienetwerk

    Kansenongelijkheid in het onderwijs is een wicked problem: ondanks de inzet van een groot aantal uiteenlopende actoren en de investering van talloze miljoenen, blijkt het lastig om tot een effectieve aanpak te komen. In dit project wordt onderzocht hoe verschillende actorgroepen vormgeven aan de maatschappelijke opdracht van het realiseren van kansengelijkheid in het onderwijs. Kansenongelijkheid wordt daartoe benaderd als een collectief actieprobleem, waarvan de aanpak individuele en collectieve inzet vereist.

    We onderzoeken de visie, eigenaarschap en agency – en de relatie daartussen – van verschillende actorgroepen ten aanzien van kansengelijkheid in het onderwijs, en toetsen of het formeren van een collectief actienetwerk aan de hand van een policy game bijdraagt aan de individuele en collectieve agency van verschillende actoren ten behoeve van het realiseren van kansengelijkheid in het onderwijs. In het eerste deelproject wordt middels een mixed methods multiple case study design inzicht gegeven in de visie, eigenaarschap en agency van verschillende actorgroepen op lokaal niveau: ouders, leraren, schoolleiders, schoolbestuurders, beleidsmedewerkers en lokale bestuurders.

    Het tweede deelproject betreft een kwalitatief ontwerponderzoek van een serious policy game gericht op de vorming van een collectief actienetwerk, om de collectieve agency ten behoeve van het realiseren van kansengelijkheid in het onderwijs te versterken. Het onderzoek levert daarmee niet alleen een bijdrage aan de kennisbasis over mogelijkheden en belemmeringen voor de individuele en collectieve inzet voor kansengelijkheid van verschillende actorgroepen. Het resulteert ook in een concrete beleidsinterventie, die professionals in onderwijsbeleid en -praktijk kan ondersteunen om effectiever te koersen op kansengelijkheid in het onderwijs.

    • Looptijd: juni 2021 - juni 2025
    • Gefinancierd door: NRO

    Het Kenniscentrum Ongelijkheid heeft tot doel nieuwe, aanhoudende of groeiende vormen van ongelijkheid in de Metropoolregio Amsterdam – en in het bijzonder de cumulatie van ongelijkheid binnen en over domeinen en levensfasen heen – te beschrijven en te verklaren, en door middel van onderzoek bij te dragen aan de ontwikkeling van praktijken die ongelijkheid kunnen voorkomen of tegengaan. Het Kenniscentrum Ongelijkheid is een gezamenlijk initiatief van de Gemeente Amsterdam en de vier kennisinstellingen UvA, VU, HvA en Inholland.

    Prof. dr. L. (Louise) Elffers

    Uitvoerder/Onderzoeker

  • Toegankelijk hoger onderwijs voor, door en na de poort – een integraal perspectief op de toegankelijkheid van het hoger onderwijs in Nederland

    Het waarborgen van de toegankelijkheid is een breed gedragen doel in het hoger onderwijs (ho). Ondanks deze consensus is nog altijd sprake van significante verschillen in de kansen van studenten met uiteenlopende achtergronden om succesvol in te stromen en te studeren in het hbo en wo.

    In dit onderzoeksprogramma zoeken we naar een antwoord op de vraag waarom studenten die in Nederland volgens de formele kansenstructuur gelijke toegang hebben tot het hoger onderwijs, in de praktijk toch verschillen in hun kansen om succesvol in, door en uit te stromen. We brengen expliciete en impliciete obstakels in beeld die verschillende studentgroepen op hun route naar en door het ho tegenkomen, en onderzoeken de keuzes en strategieën die zij in reactie hierop maken of hanteren.

    Het programma is opgezet langs drie onderzoekslijnen. In de eerste onderzoekslijn wordt een integraal beeld van de kansenstructuur van het ho geschetst door de ogen van leerlingen en studenten in po, vo, mbo en ho. In de tweede onderzoekslijn wordt verder ingezoomd op de kansen en belemmeringen rond specifieke sleutelmomenten en voor specifieke studentgroepen. In de derde onderzoekslijn worden praktijken onderzocht die de toegankelijkheid van het ho beogen te verbeteren.

    Naast individuele opbrengsten van de verschillende deelprojecten, mondt het onderzoeksprogramma uit in een routekaart naar en door het ho, die op interactieve wijze de ontwikkelde kennis ontsluit over sleutelmomenten voor, door en na de poort, de belemmerende en bevorderende factoren op die momenten, en aangrijpingspunten voor het verbeteren van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs in de praktijk.

    • Looptijd: 2021- 2025
    • Gefinancierd door: NRO
    Prof. dr. L. (Louise) Elffers

    Uitvoerder/Onderzoeker

  • Diversiteit in de klas leren benutten

    In dit project onderzoeken leraren en onderzoekscoördinatoren/opleiders van vijf basisschoolbesturen en onderzoekers van drie kennisinstellingen gezamenlijk hoe leraren diversiteit in de klas kunnen (leren) benutten voor het creëren van een inclusieve leeromgeving. Zij ontwikkelen een praktisch overzicht van manieren waarop leraren kunnen inspelen op diversiteit in de klas en leraren proberen aspecten daarvan uit die passen bij hun school- en klascontext. Daarnaast beproeft en evalueert het consortium een professionaliseringsaanpak om de diversiteitscompetenties van leraren te vergroten. Het project resulteert in wetenschappelijke artikelen en bruikbare producten voor de onderwijspraktijk. Meer informatie over het project is te vinden op de website van de Werkplaats Onderwijsonderzoek Amsterdam (WOA) via het Kohnstamminstituut.

    • Looptijd: dec. 2018 t/m sept. 2022
    • Gefinancierd door: NRO (PPO).
    • Uitvoerder/onderzoeker: Prof.dr. Monique Volman in consortium van Kennisinstellingen RICDE-UvA / Kohnstamm Instituut/ Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding HvA, en schoolbesturen ASKO, Zonova, Staij, AWBR, OOADA
    Prof. dr. M.L.L. (Monique) Volman

    Uitvoerder/Onderzoeker

  • De maatschappelijke functie van onderwijs & burgerschap

    Een van de programma's binnen de Afdeling Onderwijswetenschappen richt zich op de maatschappelijke functie van onderwijs, waarbij burgerschapsonderwijs een belangrijke plaats inneemt. Burgerschapsonderwijs heeft daarbij betrekking op de rol van de school bij de maatschappelijke ontwikkeling van leerlingen, als huidige en toekomstige deelnemers aan de samenleving. Het programma omvat drie onderzoekslijnen, die zich richten op i) het in kaart brengen van burgerschapscompetenties van jongeren, ii) het onderzoeken van de kenmerken van effectief onderwijs gericht op burgerschap, en iii) het onderzoeken van mogelijkheden voor effectieve bevordering, sturing en ontwikkeling van burgerschapsonderwijs.

    Voorbeelden van onderzoek waaraan op dit moment wordt gewerkt zijn de ontwikkeling van meetinstrumenten voor de evaluatie van burgerschapscompetenties van leerlingen in het funderend en middelbaar beroepsonderwijs, empirisch onderzoek naar effecten van leerlingkenmerken en klassamenstelling, en onderzoek naar methoden voor schoolzelfevaluatie en onderwijsontwikkeling, en de ontwikkeling van datafeedback als instrument voor onderwijsontwikkeling. Ook wordt gewerkt aan grootschalige dataverzamelingsprojecten op het gebied van burgerschap. Het betreft peilingsonderzoeken in het basisonderwijs en speciaal onderwijs (https://peil-burgerschap.nl/) en internationaal vergelijkend onderzoek naar burgerschapsonderwijs en burgerschapscompetenties van leerlingen (https://www.iccsnederland.nl/).

    Veel onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met andere universiteiten, hogescholen en kennisinstellingen, en in samenwerking met het onderwijsveld. De onderzoeksgroep is nauw verbonden met de Academische Werkplaats Sociale kwaliteit (http://socialekwaliteitonderwijs.nl/) waarin scholen vaste partners zijn waarmee voor schoolontwikkeling en onderzoek wordt samengewerkt. De onderzoeksgroep bestaat momenteel uit drie promovendi, twee postdoconderzoekers, twee universitair docenten en een hoogleraar. Aan de Academische Werkplaats Sociale kwaliteit zijn drie expert-begeleiders verbonden.  

    Dr. R.J.M. (Remmert) Daas

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Programme group: Educational Sciences

    Dr. A. (Anke) Munniksma

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Programme group: Educational Sciences

    Prof. dr. A.B. (Anne Bert) Dijkstra

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Programme group: Educational Sciences

Promotieonderzoek
  • Accessible pathways to higher education

    Promovendus: Benthe van Wanrooij

    Promotors: Monique Volman en Louise Elffers

    The goal of this PhD project is to further disentangle mechanisms underlying unequal access to higher education in the Netherlands. The research focused on generating a more integral picture of the opportunity structure of higher education from the perspective of (prospective) students in primary, secondary and higher education. It aims to map explicit and implicit obstacles that varying student groups may encounter on their path to higher education, and examine the choices and strategies that they make or use in response to these obstacles.
    This project is part of the research program Toegankelijkheid hoger onderwijs voor, door en na de poort. It received funding from NRO Praktijkgericht onderwijsonderzoek - langlopend.

    B. (Benthe) van Wanrooij MSc

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Programme group: Educational Sciences

  • Adolescence as the root of the gender gap in political participation and ambition

    Promovendus: Michelle Rosmalen

    Promotors: Geert ten Dam, Tom van der Meer en Remmert Daas

    This project studies the differences in political ambition and voting intention between adolescent boys and girls. It studies to what extent gender roles and norms play a role in the political socialization between these groups and how we might improve a more equal socialization process and thereby improve equal political participation. The first part of the study uses panel-data to establish to what extent there are different levels of political ambition and voting intention between boys and girls and how much of that variance can be explained by the role of gender norms. The second part of the study wants to explain the influence of gender roles and norms on political ambition by conducting in-depth interviews with the target groups. Lastly, the third part of the project tries to test the role of external variation in political gender norms and available role models using a vignette experiment.

    The PhD project is This study is part of the ADKS-project and is funded by an NWO SGW Open Competition M scholarship.

    M. (Michelle) Rosmalen MA MSc

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Programme group: Educational Sciences

  • Development of creativity of children in Primary Education

    Promovendus: Olga Potters

    Promotors: Joke Voogt en Tessa van Schijndel

    Within education, creativity is recognized as an important 21st-century skill, but there is a lack of knowledge about the development of creativity of the primary school child. This doctoral research deepens the available knowledge about creativity and enriches this knowledge with empirical research about the development of creativity of children from 4 to 12 years old. In this research a longitudinal mixed-method research is carried out, in which quantitative and qualitative measurements are combined in order to get information about how the creative ability develops within children.

    This research is part of an NWO PhD scholarship for teachers.

  • Citizenship education and adolescents citizenship competences

    Promovendus: Esther Karkdijk

    Promotors: Anne Bert Dijkstra, Geert ten Dam en Remmert Daas

    In this project, I examine citizenship education and adolescents’ citizenship competences. I am part of the research team that conducts the International Civic and Citizenship Education Study (ICCS) 2022 in the Netherlands. The aim of this large-scale, quantitative study is to gain insight in adolescents’ citizenship knowledge, civic attitudes and skills, and citizenship education in the Netherlands. I am especially interested in the role of the different contexts in which adolescents grow up, in relation to their citizenship attitudes. Besides the school context, I focus on the home environment (parents) and the peer group. Since ICCS was also conducted in 2009 and 2016, I will also investigate changes over time in citizenship education and citizenship competences in the Netherlands.

    This research is funded by NRO. For more information about ICCS 2022, see: https://www.iccsnederland.nl/

    E.M. (Esther) Karkdijk MSc

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Programme group: Educational Sciences

  • Development of polarisation among youth

    Promovendus: Nikki Dekker

    Promotors: Han van der Maas, Bert Bakker, Remmert Daas en Anke Munniksma

    The last decades have been marked by increasingly sharp contrasts between social groups. Polarisation – the development or existence of a persisting, extreme, multi-modal divide in attitudes, identities, and behaviors – can be a significant impediment to harmonious and productive societies. Newly emergent patterns of polarisation with respect to topics like COVID-19 policies and climate change interlock with existing cultural and political divides and identities, undermining society’s capacity for taking concerted collective action. Polarisation is a complex phenomenon which is linked to processes at all levels of societal life. These processes collectively impact the well-being of democratic societies.

    The goal of this interdisciplinary PhD project is to further disentangle how attitudes and polarisation develop and unfold among youth in Amsterdam. Using longitudinal data from surveys and interviews in schools, this project tests new and existing (citizenship education) interventions and studies opinion development and polarization in general.

    This research is funded by research priority area Polarisation. For more information about RPA Polarisation, visit this webpage.

    N.P. (Nikki) Dekker MSc

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Programme group: Educational Sciences

  • Educational governance for youth citizenship

    Promovendus: Hester Mennes

    Promotors: Anne Bert Dijkstra, Herman van de Werfhorst, Anke Munniksma

     

    In this project, I examine governance aspects of schools’ provision of civic education in the Netherlands. Increasingly, research insights are available on how schools can contribute to young citizens’ equipment to navigate through democracy. However, less is known about what supports schools in realizing such a contribution, and I therefore build on these previous insights and focus on governance factors that shape schools’ provision of civic educational practices. Given concerns about rising inequalities in educational opportunities, I pay particular attention to social inequalities in students’ access to and gains from schools’ provision of civic education. This project relies on large scale data from the Dutch as well as European context and I use quantitative research methods.

    This project is funded by the Dutch Inspectorate of Education. A part of the project was funded by ODISSEI (Open Data Infrastructure for Social Science and Economic Innovations) and runs from September 2018 – August 2022.

  • Heading for equality of opportunity in education

    Promovendus: Femke Koekkoek

    Promotors: Monique Volman, Eddie Denessen, Louise Elffers

    Inequality of opportunity in education is a ‘wicked problem’: despite the investment of a great deal of money and effort in recent years, it has proven difficult to reduce educational inequalities. Individual stakeholders do not always feel the responsibility, ownership and/or agency to deal with the issue. Tackling it requires collective effort that, occasionally, might conflict with individual interests. As such, educational inequality of opportunity can be viewed as a collective action problem.

    The objective of this project is to map out the possibilities that different stakeholder groups (such as teachers, parents and local administrators) see for themselves in realizing equality of opportunity, as well as the obstacles they face, that are limiting their individual and collective efforts. Moreover, we will test whether participation in a collective action network, using a policy game, contributes to the individual and collective agency of different actors.

    This project received funding from NRO (Netherlands Initiative for Education Research)

    F. (Femke) Koekkoek

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Programme group: Educational Sciences

  • Results-oriented citizenship education

    Promovendus: Lianne Hoek

    Promotor: Anne Bert Dijkstra

    For some time, it has been observed that citizenship education in the Netherlands is not always arranged in a structured way, that schools do not formulate learning objectives for citizenship education and have no insight into the results, and that generally tools to map students’ citizenship competences are lacking.

    A results-oriented approach in citizenship education, consisting of a systematic evaluation of the citizenship competences of students in the upper grades of primary school and the instruments needed for this, as well as the establishment of a feedback system based on these results, enables schools to map citizenship competences of students. Moreover, it helps schools to determine educational goals, to align the curriculum to students’ needs, and to develop citizenship education within the school.

    This project is carried out in collaboration with the Academische Werkplaats Onderwijs. It received funding from NRO langlopend praktijkgericht onderwijsonderzoek.

    Dr. L.H.M. (Lianne) Hoek

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Programme group: Educational Sciences

  • Scaffolding small heterogeneous student-groups while discussing mathematics

    Promovendus: Sharon Calor

    Promotors: Monique Volman, Jannet van Drie

    In a quasi-experimental study the effect of teacher support (scaffolding) adapted to the level of small heterogeneous student-groups on the quality of mathematical discussions and mathematical level raising of the students is investigated. Fourteen heterogeneous 7th grades classes of a large secondary school participate in this study.

    This project is part of an NWO PHD scholarship for teachers.

    Dr. S.M. (Sharon) Calor

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Powl Docenten ILO

  • Self–regulated learning in primary education

    Promovendus: Rutmer Ebbes

    Promotors: Helma Koomen, Brenda Jansen, Jaap Schuitema

    Self-regulated learning (SRL) is considered a key competence, influencing both students’ motivation and achievement in elementary school. SRL depends on student skills and characteristics but also on characteristics of the learning environment. Our project examines (a) reliable and valid measurement of SRL, from the student and the teacher perspective, (b) the influence of teachers’ perceptions of a students’ SRL ability on their instruction and support during a math task, against the background of peer influences, and (c) student characteristics explaining differences in SRL-intervention effectivity.

    This project is part of the Yield Signature Project on Self-Regulation. For other research projects, see also RPA Yield website.

  • Stimulating student teachers - critical consciousness of structural inequality in primary education

    Promovendus: Nina Hosseini

    Promotors: Monique Volman, Lisa Gaikhorst, Monique Leijgraaf

    Over the past decades, educational inequality in the Netherlands has increased. To challenge the reproduction or reinforcement of mechanisms that create inequality and oppression, teachers must first become aware of the existence of these inequalities, unequal power structures and the political character of teaching. In the Netherlands, issues such as inequality in education are currently not addressed extensively in urban teacher education. This research project aims at providing insight into the process of raising teacher candidates’ awareness of structural inequality in education and society. The research question of this project is: How can social justice-oriented teacher education contribute to raising awareness of structural inequality among student teachers in the Netherlands? To answer this question, a mixed-methods empirical study will be done to map the views and beliefs about structural inequality that student teachers currently have. Subsequently, an educational programme or course will be designed and implemented to challenge these views and beliefs. This course will be evaluated in order to answer the main research question. The results of this study will be used to identify principles to support teacher educators to develop patterns of practice for equity in their specific education contexts.

    Dit promotietraject wordt gefinancierd door de UvA, IPabo en twee steunstichtingen: de Stichting Katholieke Opleidingsinstituten voor Onderwijsgevenden Amsterdam e.o. en de Stichting tot Steun bij Opleiding en Begeleiding van Leerkrachten in het Christelijk Basisonderwijs.

    N. (Nina) Hosseini MSc

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Programme group: Educational Sciences

  • Strategies for interest development in education

    Promovendus: Eva Kelder

    Promotoren: Monique Volman, S.F. Akkerman, M. Verhoeven

     

    While school engagement is a recurrent problem, adolescents are known to have many interests, including subject-related ones. Interests are evidenced sources for learning, development and engagement, yet not always carefully complemented or developed further in school. We see upcoming and promising educational arrangements for interest development, yet their workings and impact are underresearched.

    This research project is designed to study and conceptualize how schools and teachers support interest development, taking existing arrangements as an authentic variation of contexts for empirical study. The research project will identify and theorize various curricular and pedagogical strategies for interest development and their effects on interest development, school engagement and curricular choices over time.

    This project is part of the interlinked research project ‘IDEA: Interest and Diversity in and beyond Educational Arrangements’ in collaboration with Utrecht University. It received funding from NRO.

  • The chemistry between technology integration and pedagogical reasoning

    Promovendus: Lotte Schreuders

    Promoters: Frank Cornelissen, Bieke Schreurs, Natalie Pareja Roblin

    Digital technologies are rapidly evolving, causing teachers to face the endless possibilities and challenges of the integration of technology in their teaching practice. Therefore, research into teachers’ technology integration has been extensive across various contexts, providing insight into the personal (e.g., knowledge and beliefs), technological (e.g., ease of use), and contextual (e.g., infrastructure) factors influencing technology integration. However, relatively little is known about why teachers integrate technology the way they do. One way to get deeper insight into teachers’ technology integration practices is to study teachers’ pedagogical reasoning – or the thinking underlying teachers’ decision-making.
    In this research project, we will investigate how university teachers reason about technology integration and the factors that stimulate developments in their pedagogical reasoning. Due to the complexity and importance of the concept, the first study aims at providing an overview of pedagogical reasoning in literature. Building on this foundation, three successive empirical studies will delve into university teachers’ pedagogical reasoning and its role in technology integration practices. Here, the development of pedagogical reasoning and the factors influencing it will be examined. The results will contribute insight into how pedagogical reasoning can be supported and stimulated in the context of higher education, thereby providing concrete guidelines for the design of professional development initiatives.

    The PhD project is funded by the Teaching and Learning Centre (TLC Central) of the University of Amsterdam.

    L. (Lotte) Schreuders MSc

    Bestuur en Bestuursstaf

    Graduate School of Sciences

  • The role of resilience and future time perspective in teachers' and students' dealing with stress and self-regulated learning

    Promovendus: Thijmen van Alphen

    Promotors: Joost Jansen in de Wal, Jaap Schuitema

    To successfully deal with the fast-paced changes in 21st century work and society, both students and teachers need to be able to self-regulate their learning (SRL). The regulation of emotions is an important process that precedes SRL-behaviours like planning, investing effort, and monitoring progress. This is because many learning situations are potentially stressful for students and teachers.

    This PhD project, seeks to develop, test, and apply a model that explains how teachers deal with day-to- day experienced stress. It does so, based on two factors that, to date, have been insufficiently studied: future time perspective (FTP) and resilience. The resulting model is tested through experimental interventions that target teachers’ resilience and FTP to decrease their experienced stress and promote SRL-behaviours.

    The research also aims to make a methodological contribution by employing ecological momentary assessments (EMA) of stress and emotional experiences, FTP, resilience and SRL-behaviours.

    This project is funded by NRO Samenhangende onderzoeksprojecten [in Dutch]. For more information see also the projectdescription [in Dutch].

    T.A. (Thijmen) van Alphen MSc

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Programme group: Educational Sciences

  • The impact of scholarship of teaching and learning

    Promotor: Svenne Groeneweg

    Promotors: Monique Volman, Natalie Pareja Roblin, Daphne van Weijen

    The Scholarship of Teaching and Learning (SoTL) represents an area of scholarship in which teachers aim to improve teaching and learning through systematic inquiry into their own educational practices. SoTL is seen as a powerful professional development strategy and a promising avenue to raise the status of teaching in higher education. Yet, empirical knowledge of the actual impact of SoTL remains rather limited. This PhD project therefore aims to synthesize and expand the empirical knowledge on the impact of SoTL.

    We will synthesize the current body of SoTL knowledge by conducting a systematic literature review and we will expand on that knowledge by using different theoretical lenses (value creation, social network theory, and sensemaking/sensegiving theory) to better understand the impact of SoTL.

    By examining the impact of SoTL and unravelling the mechanisms behind it, the current research project will contribute insights that inform future decision-making about how to stimulate and sustain engagement in SoTL.

    The PhD project is funded by the Teaching and Learning Centre (TLC Central) of the University of Amsterdam.

  • The scalability of innovations in Higher Education

    Promovendus: Nynke van Ketel-de Wit

    Promotors: Frank Cornelissen, Bieke Schreurs, Natalie Pareja Roblin

    Universities need innovations to secure and strengthen the quality of their education and keep up with societal, educational, and technological changes. One approach to achieve this is by promoting bottom-up innovations which are associated with many advantages. To enhance the bottom-up innovations’ reach and impact, it is important that they achieve scale. However, there is little empirical research on how and why bottom-up innovations can achieve scale, particularly in the context of higher education. This research project aims to contribute empirical insights into the factors and processes that foster the successful scale of bottom-up innovations in higher education. It does so by incorporating insights from multiple stakeholders (innovators, alters, and policymakers), from the start of the scale of bottom-up innovations to the scale on an institutional level. The methods include a comparative case study, longitudinal social network analyses, and a Delphi method. The findings may serve to guide policymakers and innovators in higher education in their efforts to scale bottom-up innovations.

    This project received funding by Teaching and Learning Centre UvA.

    N.F. (Nynke) de Wit

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Programme group: Educational Sciences

  • Understanding the effects of schools on students citizenship outcomes: characteristics of the school community

    Promovendus: Wilemijn Rinnooy Kan

    Promotors: Anne Bert Dijkstra, V.S.C. März

    This project consists of two parts. Firstly, I will conduct case studies (N=8) aimed at identifying school factors relevant for citizenship learning. My focus in this research is on the characteristics of the school community, and specifically on if , and how, the schools’ vision on citizenship of students is internalized and ‘lived’ within the school community by school leaders and teachers.

    Secondly, this project contributes to a large-scale quantitative data-collection (80 schools, 5200 students, age 14-15) and analyses the data with regard to the effects of the characteristics of the school community on students´ citizenship outcomes.

  • Using meaningful out of school learning experiences in primary education

    Promovendus: Edda Veerman

    Promotors: Monique Volman, Joana Duarte, Lisa Gaikhorst

    In the increasingly diverse educational context in contemporary societies, many teachers are teaching students with a different social and cultural background than their own. For those teachers it’s a challenge to tailor their lessons on the out of school knowledge and skills, including the home languages, of all students. For students, this can lead to a sense of discontinuity between school and the out of school environment in which they grow up, and thus a reduced involvement in school. A response to a deficit approach is an teacher attitude that assumes that all children are competent and have gained valuable knowledge and skills through life experience outside of school that can be used in school. From this attitude, in and out of school learning experiences can be linked, thus reducing the sense of discontinuity. Ways for teachers to do this is making use of funds of knowledge approaches and multilingual pedagogies.

    This dissertation investigates how the use of meaningful learning experiences including students’ home languages can be put into practice in primary education and what the cognitive and socio-affective benefits are. The research consist of three research projects in which researchers collaborate closely with school boards and teachers from primary education from the Educational Research Lab Amsterdam.

    The research projects are funded by NRO, Porticus and Amsterdams Universiteitsfonds.

    E.H. (Edda) Veerman

    Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

    Programme group: Educational Sciences